20160201-kunstzone-interview-marcelbullinga-robots-onderwijs“Gaan robots het onderwijs verbeteren? Bij elke utopie over robots hoort een distopie.” Interview met futurist Marcel Bullinga in Kunstzone februari 2016 door Thea Vuik PDF Interview Marcel Bullinga Kunstzone

Marcel Bullinga – zelflerend futuroloog – heeft voorspellende ideeën over hoe het er over zo’n 10 a 15 jaar aan toe zal gaan na grootschalige inzet van kunstmatige intelligentie. Zoals hij het noemt: het globale brein. Dat gaat in alle apparaten om ons heen zitten. In robots, in drones, in ons huis, in onze auto. Tijdens het interview zit dat brein al in mijn Iphone, mijn persoonlijke, zij het amateuristische, robot. De komende jaren zal die ontwikkeling gigantisch versnellen en dat heeft in toenemende mate invloed op onze manier van wonen, werken, leven en leren.

Hoe kun je nu zorgen dat het onderwijs voorloopt op dit soort ontwikkelingen in plaats van er continu achteraan te hobbelen ? Een vraag die me – midden in een discussie over wel of geen telefoontjes in de les – direct te binnen schoot. Bullinga: ‘Die angst van scholen is terecht. Als je zegt “iedereen doet maar lekker met zijn mobieltje wat ie wil”, ben je ongelofelijk fout bezig. Want het is niet alleen een afleidingstool maar ook een pest-pistool. Het is een buitengewoon negatief ding als je het verkeerd gebruikt. Je kunt het gebruiken als educatieve tool, maar dan moet je eerst het verschil tussen die twee begrijpen. Bij elke utopie over robots hoort een dystopie – naast de leerobot ook de pestrobot – en die negatieve kant moet je ook adresseren. Robots gaan het onderwijs verbeteren, zeker, maar ze veroorzaken ook een hoop onrust. De toekomst is nooit alleen maar rozegeur en maneschijn. Helaas. Geen robotschool zonder mindfullness.’

traag onderwijs

Bullinga is ervan overtuigd dat onze arbeidsmarkt gigantisch gaat veranderen. Tussen de 40 à 50% van de beroepen verdwijnt, zo verwachten diverse onderzoeken. Je hebt aan de ene kant echte verdwijnbanen:– zoals de boekhouder en de cameraman – e aan de andere kant de psycholoog, de altijd werk zal houden, maar toch aanzienlijk zal transformeren. Je moet nagaan wat het aandeel is van gestandaardiseerd of gevaarlijk of administratief controlerend werk in jouw baan is. Dat deel gaat eruit. Slechts het creatieve, leidinggevende, ontwerpende deel blijft over. De clown en de psycholoog zeg maar.

Dat globale brein leidt tot de trend van deskilling – waarbij allerlei kennis in ons hoofd is omgezet in software en toepasbaar wordt in dat globale brein. Dat betekent dat we minder hoeven te leren om meer te kunnen. Dat is goed nieuws ! Het betekent ook dat we verdwijnstudies hebben die opleiden voor in de toekomst overbodige beroepen. In dit licht is het vreemd dat minister Bussemaker begin dit jaar nog miljoenen stopte in ambachtelijke opleidingen. Dit is hetzelfde als geld stoppen in de kolenmijnen, wetende dat die toch echt gesloten gaan worden. Als je dat doet om ze te behouden dan ben je een soort van onderwijsmuseum aan het creëren met gemeenschapsgeld. Je moet dat geld niet stopen in behoud van het bestaande maar in de upgrade naar de toekomst. De voorzitter van Fontys Hogeschool ziet het beter: wij leiden op voor niet bestaande beroepen. Voor die beroepen heb je kritische denkers nodig die mediawisj zijn – nee, nog beter, media-empowered.

Ik laat in mijn presentaties altijd een dia zien met beroepen van de toekomst. Daar zit altijd een trend achter, wat hem futureproof maakt. Of het zijn bestaande beroepen die erin slagen zichzelf opnieuw uit te vinden, de upgrade te maken. Waarbij jij als individu je ontwikkelt van gewone professional tot super professional. Waarbij die robots geen concurrenten zijn maar superhulpjes. Dan krijg je een mix van oude en nieuwe beroepen met namen als robotcoach, stadsboer, energieoogster en talentversneller.’

persoonlijk leren

Hoe moet dat onderwijs dan versnellen?

‘Door nieuwe concurrenten. Er komt een nieuwe schoolstrijd. Er komen virtuele onderwijsaanbieders. Nu nog uit de Verenigde Staten maar in een rap tempo ook hier in Europa. Die zijn niet afhankelijk van de Nederlandse onderwijsfinanciering. Die ook geen rekening hoeven te houden met de extreem lange Nederlandse onderwijsvakanties, die nog stammen uit de 19de eeuw. Zij hebben een businessmodel om met grote investeringen in educatieve technologie superieure onderwijsdiensten aan te bieden tegen lage prijzen. Overal en altijd leren, science based en brain based. Het persoonlijke leren is de grootste belofte van die nieuwe aanbieders. Aangepast aan jouw niveau en aan jouw brein. Veel van die nieuwe onderwijsmethodes krijgen een hele nieuwe educatieve insteek waarbij ze uitgaan van de laatste wetenschappelijke inzichten over hoe ons brein eigenlijk leert en wanneer het effectief aankomt. Dus die zullen goedkoop onderwijs gaan aanbieden op het moment dat het jou als leerling uitkomt. De leerling heeft de regie. Op welk moment dan ook in je leven.’

Maar goed, je hebt het over kennis en over vaardigheden: die vaardigheden blijven op een bepaalde manier toch wel bestaan?

Bullinga: ‘Jazeker, ik denk dat er door deskilling een switch plaatsvindt van nadruk op kennis naar nadruk op vaardigheden, leren leren en normen en waarden. Hoe leer ik fatsoen? Dat zijn allemaal trends die al aan de gang zijn maar die krijgen de komende jaren een enorme boost. Eigenlijk moet nu elke opleiding kijken of hun onderwijsaanbod wel robot-empowered en mediaempowered is. Dat is de basis van futureproof onderwijs.

leervriendjes

‘Er is een groot internationaal onderzoek geweest hoe kinderen een toekomst zien met een robot als persoonlijke educatief maatje. 75% van de kinderen vindt het een prima idee. Robots zijn “geduldiger dan ouders, ze helpen me met mijn huiswerk en bewaren mijn geheimen.”

Een kind heeft op een gegeven moment niet meer het idee dat er een robot naast hem zit. Hij heeft gewoon een maatje die hem helpt z’n huiswerk te maken en goede cijfers te behalen. In het onderzoek kun je ook lezen dat er in de verhouding tussen robots en mensen zelfs een emotionele band kan ontstaan. Dat zie je bij demente bejaarden, je ziet ook bij soldaten in levensbedreigende situaties die hun persoonlijke robot behandelen als een kameraad. In feite zou je zelfs verliefd kunnen worden op een robot.’

Een docent is natuurlijk zwaar beledigd wanneer ik zeg dat we leerrobots krijgen. Wat kan die wat hij niet kan? Mijn verweer is: “Bent u in staat om 300 pagina’s in 3 secondes te lezen ? Kunt u uw kennis in 5 milliseconden delen met 1000 andere leermachines?” Nee. Waarom zou je niet bezig gaan met robotonderwijs als het potentiele leereffect zo groot is?

Organisaties hebben de neiging zichzelf in stand te houden en als er ontwikkelingen zijn die de status quo bedreigen die actief te weren. Die weerstand is niet gek.

machteloosheid

Staat de robot niet gewoon symbool voor een zoektocht naar de meest effectieve methode om als individu te leren?

Bullinga: ‘Ja, klopt. Het gaat niet om voorgestructureerde onderwijsprogramma’s  voor een groep mensen maar om de interactie tussen onderwijskennis, datgene wat geleerd moet worden (of afgeleerd), en het individu. Want jij leert waarschijnlijk op een heel andere manier dan ik. Hoe dit allemaal wordt gefaciliteerd ? Een van de redenen waarom onderwijs nu monopolistisch is, is de waarde die toegekend wordt aan het diploma wat jij daar verwerft. Nieuwe manieren om diploma-achtige kennis en vaardigheden te verwerven komt niet vanuit het onderwijs zelf omdat dit het huidige onderwijs keihard bedreigt. Het gaat vanzelf gebeuren. Je ziet nu al communities opstaan van bijv. programmeurs. Zij hebben vaak zichzelf het een en ander aan geleerd en wat je dan ziet is dat ze punten kunnen verdienen en werk hebben door hun vaardigheden te tonen. En hebben ze die programmeervaardigheden niet of onvoldoende, hebben ze ook geen werk.

Dit is een globale ontwikkeling is die niet alleen van toepassing is op Nederland – met zijn hoge welvaart – maar heel interessant voor gebieden waar überhaupt geen leraar te bekennen is. Waar een kind nog nooit een leraar heeft gezien. We gaan naar een toekomst waarin we leren zonder leraren, bankieren zonder bankieren, ondernemen zonder ondernemers en waarin we een overheid hebben zonder overheid en onderwijs zonder klaslokalen. Instituties verliezen hun macht. Dat is waar we naartoe gaan.’