“Paniek om robots is nergens voor nodig” -in: Service Management 12 april 2018. PS Voor de duidelijkheid: in slaap sukkelen is ook weer niet de bedoeling. Mijn presentatie en debat op dit congres leverde een extra hoofdstuk op in mijn nieuwe boek Iedereen aan de robot (september 2018.) 

Verdringt de robot de schoonmaker? Nee, zo ver komt het niet, maar bepaalde taken zullen zeker wel worden overgenomen. Dat maakte het event ‘Mens en machine’ van Vereniging Schoonmaak Research (VSR) dinsdag in Bunnik duidelijk. “Er geen reden tot panikeren.”

VSR had twee sprekers uitgenodigd: Fabian Dekker en Marcel Bullinga. De eerste doet regelmatig onderzoek op de Nederlandse arbeidsmarkt en publiceert daar regelmatig over. Zo doet hij onderzoek naar de gevolgen van technologische ontwikkelingen (robotisering en digitalisering) voor het werk van mensen en de mogelijke antwoorden op problemen die zich hierbij voordoen. Bullinga is trendwatcher. Zijn boodschap? Schoonmakers zelf moeten meebouwen aan de robots die hun superhulpjes gaan worden. Het is zo geen man versus machine, maar man plus machines.

Volgens trendwatcher Bullinga moeten schoonmakers meebouwen aan de robots die hun superhulpjes gaan worden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Robots zijn een unieke kans voor de schoonmaakbranche

Opvallend waren de uitkomsten van de stellingen die VSR haar leden voorlegde. Bijvoorbeeld ‘robots zijn een unieke kans voor de schoonmaakbranche’. Het merendeel van de aanwezigen was het daarmee eens. De robot verdringt de schoonmaker, trok minder ja-stemmers. Het overgrote deel van de aanwezigen was het daar niet mee eens. Ook dacht het merendeel dat robotisering en digitalisering geen negatief effect hebben op de werkgelegenheid. Dat de leden minder angstig stonden tegenover robotisering, digitalisering en de gevolgen voor de werkgelegenheid, kon wel eens alles te maken hebben met de bijdragen van Dekker en Bullinga.

Impact digitalisering is groter dan die van robots
Onmiskenbaar zet technologie businessmodellen onder druk, schetste Dekker. “Amerikaanse bedrijven in de Standaard & Poor’s 500, de meest kapitaalkrachtige ondernemingen, hadden in de jaren vijftig een levensduur van zo’n vijftig tot zestig jaar. Nu is dat cijfer gedaald tot nog geen twintig jaar.” Het meeste impact maakt volgens hem digitalisering. “De impact daarvan is veel ingrijpender dan robotisering. Terwijl op zich ook de verkopen van robots toenemen. Maar dat zijn vooral industriële robots.” Wat is de impact van automatisering op banen? Daar is geen overeenstemming over. Het World Economic Forum, IT-onderzoeksbureau Gartner en adviesbureau McKinsey presenteren allemaal verschillende cijfers. “Robots en digitale processen kunnen wel werk overnemen, maar dat is dan een taak of een deel van een taak. Vaak vallen routinematige taken ten prooi aan digitalisering. Dat terwijl een baan een bundeling van meerdere taken is.”

Het meeste impact maakt volgens Dekker digitalisering. “De impact daarvan is veel ingrijpender dan robotisering.”

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Taken in het proces van schoonmaken verdwijnen
Taken in het proces van schoonmaken zouden dan ook kunnen verdwijnen, maar niet de schoonmaker an sich. Dekker: “Ik ben niet pessimistisch over de toekomst. Doemscenario’s die voorspellen dat 47 procent van de werkgelegenheid verdwijnt, kloppen niet. We weten eigenlijk niet zo goed hoe groot de impact gaat zijn. Voor Nederland is wel eens 10 procent baanvernietiging becijferd, maar daar tegenover komen er door technologietoepassing ook weer banen bij.” Dat soort cijfers dragen wel bij aan angst voor technologie. “Lageropgeleiden en vrouwen zijn, zo blijkt ook uit onderzoek, wantrouwender tegenover robotisering. Maar een eerdere ervaring met een robot, doet de angst afnemen. Het is dus angst voor het onbekende. Een robot kan namelijk nog helemaal niet zoveel. Een robot kan bijvoorbeeld niet hier voor jullie staan om een verhaal af te steken.”

Er komt meer nadruk te liggen op sociale vaardigheden en creativiteit
Dekker wijst op het feit dat Nederland vooral een dienstenland is. “Dus met digitalisering gaat het hard, maar slechts 2 procent van de bedrijven is daadwerkelijk bezig met robotisering. Vooral in administratieve werkzaamheden verdwijnen routinematige taken.” Routinematige taken verdwijnen dus, maar daarmee komt meer nadruk te liggen op sociale vaardigheden, creativiteit en klantcontact. “Alles wat niet routinematig is, neemt toe.” Van een baanloze economische groei als gevolg van technologie, is volgens Dekker geen sprake. “Onzin. Het werkeloosheidscijfer ligt op 4,5 procent, circa 407.000 mensen. We kennen alleen maar krapte, ook in de schoonmaak. Het is menselijke psychologie om te denken dat alles sneller gaat dan ooit. Iedere generatie heeft dat gevoel. Maar de overgang naar nieuwe technologie brengt wel transitiepijn met zich mee. Zoals medewerkers van V&D en Fokker die op zoek moeten naar een nieuwe baan. Maar vaak lukt hen dat dan ook.”

Schoonmaak vaart op flexibele arbeid
Technologie maakt de schoonmaakbranche niet overbodig. Dekker: “Ik wil dat beeld bijstellen. Begin deze eeuw speelde exact dezelfde discussie. Er is straks geen werk meer, is dan het gevoel. Inderdaad, we kennen schoonmaakmachines in sportzalen, op vliegvelden en we hebben een glazenwasrobot. Er is een ontwikkeling gaande, maar exponentieel is het nog niet. Schoonmaak is een sector die vaart op flexibele arbeid. Er ontstaan veel vacatures. We zitten zelfs in de schoonmaak weer op het niveau van 1996.” Het belangrijkste voor werkgevers in de schoonmaak, is dat ze medewerkers meenemen in de technologische ontwikkelingen. “Vertel ook dat er geen reden is tot panikeren. Werk verdwijnt niet als gevolg van technologie. Maar het werk kan wel veranderen.”

Arbeid is in de schoonmaak relatief goedkoop
Daarnaast is de businesscase volgens Dekker nog te duur. “Arbeid is in de schoonmaak relatief gezien nog goedkoop. Terwijl de technologie nog duur is. Daarnaast wil je ook mensen van vlees en bloed in de schoonmaakdienstverlening zien. Dat is ook wat waard. Verder wil je je cultuurdragers in je bedrijf niet zomaar kwijt. Lukraak robots inzetten, is een recept voor problemen.” De machine gaat de mens aanvullen, stelt Dekker dan ook. “Betrek je medewerkers bij het verhaal dat hun werk gaat veranderen. Vraag ze wat hun ideeën erbij zijn? Hoe kunnen machines hen helpen? Zo kunnen schoonmakers zelf hun analyse maken.”

Spreekstalmeester Nico Lemmens concludeerde dat Dekker in Max Verstappen-tempo door zijn presentatie was gegaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Er zijn nog heel veel domme robots
Spreekstalmeester Nico Lemmens concludeerde dat Dekker in Max Verstappen-tempo door zijn presentatie was gegaan. Trendwatcher Bullinga nam het stokje over. “De mens is gewoon een super slim wezen. Robots kunnen routinematig werk overnemen en geprogrammeerd worden om een zwart-witte koe te herkennen, maar een roodbonte koe herkennen ze dan weer niet. Dat moet je een robot allemaal leren. Daar heeft hij dan ook nog eens miljoenen foto’s van koeien voor nodig.” Zo zijn er dus nog heel veel domme robots, concludeerde hij. “Maar dat gaat de komende tien tot vijftien jaar wel veranderen.” Bullinga raadde dan ook de film Black Panther aan. “Daar zie je welke technologieën er allemaal aan zitten te komen.”

In een coöperatie regelen we het allemaal zelf wel
Bullinga spotte ook de trend van de economie van het genoeg. “Altijd maar groeien op deze aardbol, kan niet.” Er zit een einde aan het delven van grondstoffen. Dat is ook wat de Britse econoom Kate Raworth omschrijft in haar boek de Donuteconomie. Bullinga: “Die donut opeten kan niet, dus je moet binnen de cirkel blijven.” En dus grondstoffen hergebruiken. Nog zo’n trend: we regelen het allemaal zelf wel. Van een schoonmaakcoöperatie tot aan energiecollectieven en werknemersbedrijven zoals Buurtzorg… “Is er geen bibliotheek meer te bekostigen in een bepaald dorp? Dan regelen we dat als collectief toch zelf.” Weer een andere trend: in 2027 werkt meer dan de helft van de werknemers als freelancer. “Dat vraagt een hele andere manier van organiseren.”


Fenomeen cao ten dode opgeschreven
Volgens Bullinga is het fenomeen cao aan vernieuwing toe. “Je kunt de wereld met veranderende taken niet meer vatten in cao’s. Je komt daar niet meer uit. Maar vakbonden zijn juist uit en te na getraind in het sluiten van cao’s. Ik zie overigens wel een kentering bij de jonge generatie die bij vakbonden aan de slag gaat. Waar ouderen maar telkens sleutelen aan het verbeteren van de bestaande cao’s, zie je jongeren opnieuw organiseren. Dat zie je niet alleen bij vakbonden, maar breder. Ook in coöperaties vindt dat herorganiseren plaats.”


Zwerm minirobots reinigt oppervlakten
Bullinga maakte ook indruk met een filmpje van Electrolux. Dat bedrijf ontwierp een moederstation met mini-robotjes die in een zwerm door huizen vliegen en oppervlakken reinigen. “Misschien iets voor de vakantieparken”, merkte Bullinga droogjes op. “Het is overigens niet duidelijk wat er nu uiteindelijk met dit idee in het echt is gebeurd.” Bullinga wijst ook op het upgraden van schoonmaak met behulp van technologie. “Kijk naar luchtkwaliteit, omgeving en medische aspecten. Als je dat soort zaken ook in het gebouw van de toekomst meeneemt, levert dat een andere kijk op schoonmaak en het voorkomen van schoonmaak op.”