20151224-trouw-kerstbijlage-bullinga-economieMarcel Bullinga: ‘De puber van nu wordt ondernemer. We staan aan het begin van een nieuw tijdperk, dat van een freelance economie’ – In Trouw Kerstbijlage 24 december 2015 PDF1 en PDF2

Een cao, was dat niet iets uit opa’s tijd, zal de tiener van nu zich straks afvragen. En over opa gesproken, hoe zit dat in de toekomst met de pensioenen? De tieners die in 2000 zijn geboren, beginnen rond 2025 aan hun eerste baan. Zij zullen hun geld verdienen in een economie die sterk afwijkt van de huidige. Of dat een verbetering of verslechtering is?

Zeg tegen een weerman- of vrouw nooit dat hij het weer voorspelt. Hij spreekt een verwachting uit. Dat is echt iets anders dan wichelarij. Voor economen die naar de toekomst kijken, geldt iets vergelijkbaars. “Ik heb geen glazen bol”, zegt onderdirecteur van het Centraal Planbureau (CPB) Bas ter Weel. “Iedere generatie denkt dat de wereld sneller verandert dan de wereld van de vorige generatie. Ik weet niet of dat zo is. Net zo min weet ik of de jongeren van nu het later beter krijgen dan wij.”

Valt er dan niets te zeggen over de wereld waarin de tiener van nu straks werkt en leeft? Toch wel. En het is juist het CPB van Ter Weel dat deze maand samen met het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) vooruit keek naar de jaren 2030 en 2050.

Dat doen de denktanks vanuit twee scenario’s. Een waarin de technologische vernieuwing doorzet, de handel floreert en gewapende conflicten verminderen en een scenario van stagnatie en internationale spanningen.

Welke scenario het ook word, de tiener van nu moet volgens CPB en PBL sowieso rekening houden met minder economische groei dan in het verleden. Dat heeft vooral te maken met de generaties voor hen. In 2050 zal een op de vier Nederlanders ouder zijn 65 jaar. Nu is dat nog een op de zes. Dat heeft gevolgen voor de economische groei. Een gepensioneerde draagt nu eenmaal minder bij aan economische groei dan een werknemer in de kracht van zijn leven.

Als de huidige scholieren 2050 inluiden, zonder particulier vuurwerk zoals begin deze eeuw, hebben zij al een carrière achter de rug van 25 jaar. En misschien wel langer. Want wie in een bedrijf werkt met stagiaires zal het zijn opgevallen dat ze steeds jonger worden. Afstuderen doen jongeren tegenwoordig op een leeftijd waarop generaties voor hen nog aan de studie moest beginnen.

Dat heeft te maken de tempobeurs en later de strengere prestatiebeurs die een einde maakte aan het bestaan van de eeuwige student. De studiebeurs? Ook verdwenen. Er is een lening en een kredietregeling om het collegegeld te betalen. Het enige dat de overheid nog vergoed, is de aanvullende beurs van een paar honderd euro per maand. Maar dan moet je als student wel je diploma halen.

Het liefst in een vak dat de komende jaren blijft bestaan. De Britse Oxford University zei twee jaar geleden dat door automatisering de komende twintig jaar ongeveer de helft van de beroepen verdwijnt. “De generatie die nu opgroeit, krijgt daar dus mee te maken”, zegt toekomstverkenner Marcel Bullinga. “Voor elke jongere zal het de vraag zijn: zit ik in de 47 procent verdwijnbanen, in de 53 procent blijfbanen, of in de nog te creëren banen voor de toekomst.”

Tieners die een carrière overwegen als boekhouder, postbode of cameraman kunnen beter een ander vak kiezen, denkt Bullinga. Hij ziet ook groeikansen. Voor docenten en zorgmedewerkers bijvoorbeeld. Dat zijn beroepen waarin het draait om menselijk contact. Geen robot kan dat zo goed als de mens zelf. CPB-econoom Bas ter Weel denkt dan ook dat de huidige scholieren in hun werk veel vaker zullen samenwerken met robots. “Dan kunnen mensen dingen doen waar zij goed in zijn. Als een verpleegster die bij een zieke thuis komt, en die heeft een lift om de patiënt uit bed te halen, houdt ze tijd over voor zaken die er nu wellicht bij in schieten.”

Op de lijst banen die verdwijnen, staan verontrustend veel functies voor mbo’ers. Juist voor de groep die over een jaar of twee middelbaar beroepsonderwijs gaat volgen, is het extra belangrijk te weten welke richting zij opgaat. Arbeidsdeskundigen spreken wel eens over het zandlopermodel waarbij de banen uit het midden verdwijnen en de onder- en bovenkant groeit. Ter Weel denkt dat het zo’n vaart niet zal lopen. Ja, de werkgelegenheid in het midden neemt momenteel af, maar dat zal volgens hem niet structureel zijn. “We hebben straks echt niet alleen maar hoog- en laagopgeleiden.”

Wat volgens Ter Weel ook niet gaat gebeuren, is dat iedereen in de toekomst zzp’er is of op een flexibel contract werkt. Hij denkt dat werkgevers vasthouden aan een vaste kern, zoals ASML nu doet. Wel zal rond vaste kernen een omvangrijke flexibele schil werken. Ook dat is nu al terug te zien bij bedrijven als ASML.

Toekomstverkenner Bullinga denkt wél dat de tiener van nu de vaste baan moet missen. Ondernemerschap, dat is volgens hem een van de belangrijkste kwaliteiten van de toekomstige medewerker. “We staan aan het begin van een nieuw tijdperk, van een freelancer economie waarbij werknemers vaker ondernemer zijn.” Deze werk(onder)nemers zullen deels samenwerken in coöperatieve verenigingen van freelancers. “Dat zijn virtuele bedrijven, zoals je nu in de bouw al ziet. Daar werken lassers, schilders en metselaars samen zodat ze ook grote, gecompliceerde opdrachten kunnen aannemen.” Erg prettig voor de sociale zekerheid is dat niet, al die zzp’ers die voor zichzelf zorgen in coöperaties. Bullinga voorziet in de nabije toekomst dan ook het einde van de verzorgingsstaat zoals we die nu kennen, en tegelijkertijd de nieuwe vormen van solidariteit opkomen. Broodfondsen bijvoorbeeld, waarin groepen zelfstandigen maandelijks een bedrag storten waaruit zij kunnen putten bij ziekte.

Financieel risicomanager Ilja Boelaars ziet dat niet zo snel gebeuren. Wel denkt hij dat de ‘illusie van zekerheid’ afneemt. Boelaars doelt daarmee onder meer op de pensioenen, een onderwerp waarmee hij zich actief bezighoudt. Nu krijgen gepensioneerden nog 70 procent van het gemiddeld verdiende salaris als pensioen, plus AOW. Die zeventig procent gaan de tieners van nu niet meer halen. En de AOW, “die wordt niet zo mooi als de AOW voor de huidige generatie. Dat komt puur door de vergrijzing. Verhoudingsgewijs moet je straks met werkenden meer gepensioneerden onderhouden. Dus is het of langer doorwerken of minder krijgen.” Pensioenen, de scholier zal er niet waker van liggen. Ook over dertig jaar niet. Althans, zo is dat nu. Boelaars vermoedt dat die houding gaat veranderen omdat werknemers in de toekomst waarschijnlijk meer zeggenschap krijgen over het geld. Dan kunnen zij zelf bepalen of ze even wat meer of minder premie betalen, en hoe het geld wordt belegd.

Dat maakt pensioenen levendiger dan het nu is, ook al vanwege de lopende discussie over hypotheken en pensioen. “Waarom moet je verplicht 20 procent van je loon sparen voor je pensioen terwijl je naar de bank gaat om geld te lenen voor je woning”, vraagt Boelaars zich af. “Ik verwacht dat het in de toekomst makkelijker wordt om minder te sparen voor je pensioen zodat je minder hoeft te lenen voor je huis. Als je het cru zegt, geef je nu geld aan je pensioenfonds, die leent het uit aan je bank en dan leen jij het van je bank terug. En ondertussen verdienen de pensioenbelegger en de bank daar aan.”

De 15-jarige van nu heeft volgens Boelaars weinig reden om met pessimisme naar de toekomst te kijken. Hij noemt de stijgende levensverwachting en de betere mogelijkheden om gezond te blijven. “Ook is ons inkomen beter dan vroeger en we hebben geen oorlog, tenzij je terrorisme als zodanig bestemt.”

Bas Ter Weel voegt daar de overheidsfinanciën aan toe. “Die zijn redelijk op orde. Dat is wel eens anders geweest. Belangrijk is of we iets aan de klimaatproblemen kunnen doen. We gebruiken minder steenkool, en ik denk ook niet dat we alle olie opmaken voordat we met een alternatief komen. We wachten op een doorbraaktechnologie. Die kan er morgen zijn, maar ook pas over 20 jaar.”