Futurist Marcel Bullinga sprak op het congres van FNV Finance over de toekomst van de financiele sector. Nemen de robots het over? Hier het schitterende E-magazine (foto’s Gertjan Welgemoed). Deelnemer achteraf op Linkedin: “Een eyeopener!” Enquête onder deelnemers: “Veel verrassende nieuwe inzichten. Als belangrijkste punt werd genoemd het hoge tempo van de veranderingen. Veel deelnemers zijn daarvan geschrokken. Eenvoudig, herhaalbaar werk verdwijnt, en het aantal vacatures loopt heel snel terug. Dit heeft allemaal ook invloed op de werkverhoudingen. De deelnemers zien ook veel voordelen aan die snelle ontwikkelingen: Wat is er straks (maar ook nu al) veel mogelijk! Belangrijk nieuw inzicht was het belang van sociale vaardigheden en omgaan met menselijke emotie als belangrijke kerncompetentie. Robots kunnen kennelijk wel emoties lezen, maar ze kunnen geen empathie vervangen.”
Sociale creatieveling heeft de toekomst. Kiss the future!
Vak Toekomst
“Had ik op school maar het vak Toekomst gehad, in plaats van Geschiedenis. Dan had ik nu tenminste geweten wat te doen.” Een mooie uitspraak, opgetekend uit de mond van futurist Marcel Bullinga op het seminar van FNV Finance over de gevolgen van digitalisering voor de medewerkers in de financiële sector. Bullinga’s woorden roepen in eerste instantie een lach op, maar stemmen ook tot nadenken. Jongeren gaan immers naar school om voorbereid te zijn op de toekomst. Maar het vak Toekomst zelf bestaat niet. Waarom eigenlijk niet? Omdat de toekomst zich niet laat voorspellen?
Leren, leren, leren
Vervang in het bovenstaande citaat het woord “jongeren” door “medewerkers in de financiële sector”, en je hebt precies het uitgangspunt te pakken van het FNV Finance-seminar dat donderdag 15 september jongstleden plaatsvond in de Utrechtse Jaarbeurs. Het futuristisch ingerichte zakencomplex leende zich uitstekend voor deze bijeenkomst met als centrale vraag: ben jij al futureproof?
De uitkomst van het seminar hebben we met het gebruik van het Unesco-citaat eigenlijk al een beetje verklapt. Maar vooruit, de kracht van voorlichting is immers herhaling. Dus medewerkers in de financiële sector die klaar willen zijn voor de toekomst zullen moeten blijven leren. Ze dienen zich te blijven ontwikkelen om verder te kunnen in de beroepen van de toekomst. Die toekomstbanen vereisen specifieke competenties. Welke dat zijn, hoorden de ongeveer 175 bezoekers van het seminar van de twee eerste inleiders. Daarna gingen de aanwezigen in kleinere groepjes zelf aan de slag met hun toekomstvisie en –verwachtingen. De dag werd afgesloten met de visie van de vakbond en een korte forumdiscussie.
Kiss the future
Inleider Bullinga nam zijn toehoorders mee in een vogelvlucht door de toekomst en wat daarvan nu al realiteit is. Zijn conclusie: ‘Keep calm and kiss the future’. Dus heb je geen toekomst meer als financieel adviseur? Er is volgens Bullinga niets mis met nieuwe toekomstbanen zoals financiële gelukscoach of ontwerper van doe-het-zelf-verzekeringen. Zijn boodschap kort gezegd: blijf vooral origineel en creatief.
Bruno Fabre, de tweede inleider, boog zich over de vraag welke competenties de medewerkers in de financiële sector nodig hebben in de komende vijf tot tien jaar. Ook hij kwam met fascinerende toekomstbeschouwingen en deed al even boeiende uitspraken, zoals: ‘U hoeft de technologie niet meer te leren kennen; de technologie kent u al’.
Wat staken de ongeveer 175 aanwezigen van dit alles nu op? Dat vooral de sociaal en creatief aangelegde werknemers de meeste kans hebben om te overleven in onze straks nog verder gedigitaliseerde en gerobotiseerde toekomst. Want dat zijn, samen met een flinke portie ondernemerschap, de belangrijkste competenties die nodig zijn voor de beroepen die volgens Frabre en Bullinga zullen blijven bestaan.
Helpende FNV-hand
Wat de aanwezigen natuurlijk ook bezig hield, was de vraag welke helpende hand zij kunnen verwachten van hun vakbond. FNV-beleidsadviseur Innovatie en Sociale Organisatie Fredy Peltzer schetste het dilemma van de bond: ‘Enerzijds worden we geacht snel de problemen van nu op te lossen – denk aan banen die vanwege de digitalisering worden geschrapt – terwijl we anderzijds worden gevraagd om een gedegen toekomstvisie op digitalisering en robotisering. Daarom zullen we moeten werken aan een middellange termijn agenda waarin we zowel de kansen als de knelpunten van de toekomst benoemen. Zodat we nu al maatregelen kunnen nemen voor de problemen van de toekomst.’
Medezeggenschap
Peltzer pleitte in dit laatste verband voor een nauwe samenwerking tussen de vakbond en de medezeggenschapsorganen bij de banken en verzekeraars. Hij vond hierin een warm medestander in de persoon van Margot van Kempen. Als voorzitter van de Centrale Raad van Medewerkers bij ABN AMRO pleitte zij in de afrondende forumdiscussie voor een sectoraal scholingsinstituut, op te zetten door de werkgevers- en werknemersorganisaties. ‘We zien enerzijds dat mensen met veel geld worden weggestuurd’, zo zei ze, ‘terwijl er anderzijds een grote schaarste is binnen bepaalde beroepen. Waarom leiden we de eerste groep dan niet op om de functies binnen de tweede groep te gaan vervullen?’ Vanuit de zaal werden nog wel haken en ogen geopperd, maar in meerderheid waren de aanwezigen het toch vooral met Van Kempen eens.
Het slotwoord was aan FNV-vicevoorzitter Gijs van Dijk. Hij concludeerde dat de toekomst toch ook heel veel kansen biedt. ‘En dat gaan we vanaf nu uitstralen’, voegde hij hier strijdvaardig aan toe. ‘Dat doen we vanuit positiviteit. Dat gaat echter niet vanzelf. Hiervoor is scholing nodig, zeggenschap en kwaliteit van werk. Dit zijn dan ook de punten waar de bond zich de komende tijd vooral op zal richten.’
Enigszins gerustgesteld en uitgerust met bergen nieuwe kennis togen de bezoekers na afloop van het seminar weer naar huis. Iets minder onzeker de toekomst tegemoet.